Op de stoel bij het raam, met uitzicht op het park. Dat was lange tijd de leefwereld van Judith uit Westenholte. Nadat ze aan haar hand was geopereerd, kwam ze in de ziektewet terecht. Ze kwam er achter dat er – naast haar diabetes – eigenlijk veel meer aan de hand was en ze belandde in een zware depressie. Dankzij de hond, die er toch echt iedere dag uit moest, kwam Judith in contact met de mensen die zich bij de Cultuurschuur bezighouden met creatieve activiteiten. Dat was een eerste stap om uit haar depressie te komen.

“Eerst heb ik 10 weken revalidatie gevolgd voor mensen met een chronische ziekte. Dat was twee keer in de week een dagdeel. Daarna word je losgelaten, terwijl ik het gevoel had dat ik nog helemaal niet klaar was”, vertelt Judith over deze moeilijke periode. Ze zag het niet meer zitten: “Als ik niet meer kan werken, niks meer kan doen, wat heb ik dan nog te bieden? Mijn kinderen waren zelfredzaam.” Op een gegeven moment kwam het zelfs zover dat het voor Judith niet meer hoefde. “Het was gewoon te veel. Dit was de druppel, ik was er klaar mee.” Ze nam contact op met PsyQ en kreeg gelukkig snel een uitnodiging voor een intakegesprek. Ze bleek op de goede plek te zitten, ook al was Judith wantrouwig. De psycholoog die Judith begeleidde had vergelijkbare fysieke klachten als Judith. Het gaf Judith het gevoel dat ze daardoor beter kon begrijpen waar Judith doorheen ging. “Dat heeft me heel veel goed gedaan.”

Gewoon doorgaan

“De periode dat ik zo diep zat heeft zo’n half jaar geduurd. Voor mijn kinderen ging ik zoveel mogelijk gewoon door. Ik wilde niet dat zij zouden merken dat het niet goed met hun moeder ging. De psycholoog stelde op een gegeven moment voor dat ik zou kijken of ik iets kon vinden om overdag te doen. Dat vond ik ontzettend moeilijk, want ik was ziek en had het gevoel dat als ik ergens naar toe zou gaan mensen op me zouden letten. En dat ze daar dan iets van zouden vinden. Dat voelde heel benauwend.”

Een kopje koffie?

Tijdens het uitlaten van de hond in het Stinspark stond Judith bij het hek te kijken naar de Cultuurschuur. Ze werd opgemerkt en direct uitgenodigd om binnen te komen en mee te doen. “Dat vond ik echt doodeng. Ik kan toch niks meer. Toen ben ik weggelopen.” Een week later gaat ze toch nog een keer terug. “Het was mooi weer en de mensen vertelden dat je niet mee hóeft te doen. Alleen een kop koffie drinken is ook goed. Ik zag mijn buurvrouw en iemand anders die ik kende.” De twijfel over haar mogelijkheden waren nog wel erg aanwezig. De mensen van de Cultuurschuur wisten Judith uiteindelijk te overtuigen. “Je doet wat je kan en als het niet lukt helpen we elkaar,” vertelden ze haar. Judith bracht haar hond naar huis en is toen teruggegaan om een half uurtje met een workshops leisteen mee te doen. “Ik vond het allemaal zo lief om me heen, ik kreeg aandacht, wist niet zo goed wat ik er mee moest.” Na afloop wordt Judith uitgenodigd om twee weken later terug te komen. De gedachte ‘kan ik dat wel aan?’ blijft bij Judith door haar hoofd zingen. In een gesprek met de psycholoog vertelt ze over haar bezoekje aan de Cultuurschuur én dat het haar zo onzeker maakt. Haar psycholoog moedigt haar aan door te zetten en zo gaat Judith terug. Doordat de drempel zo laag is, durft ze het aan. In eerste instantie gaat ze voor de gezelligheid, mensen om zich heen en een kopje koffie of thee. “Ik dacht, dit gaat eigenlijk best goed. Ik kan veel meer dan ik dacht! Nu probeer ik andersom te denken: niet van ‘dat kan ik niet’, maar ‘wat kan ik nog wel’. Op een gegeven moment vroegen ze mij zelfs of ik niet een workshop wilde geven. Dat vloog me wel even aan. Een vrouw die vroeger bij mij in de buurt woonde, bood toen aan om het samen te doen. Dat vond ik fijn.”

“Ik dacht, dit gaat eigenlijk best goed. Ik kan veel meer dan ik dacht!

Actief betrokken

Inmiddels is Judith actief betrokken bij de Cultuurschuur. Zo zorgt ze in de ochtend voor de koffie en geeft ze workshops – ook in haar eentje. “Het is zo fijn om weer gezien te worden. Ik voel me weer nuttig en ik heb een plek om naar toe te gaan waar ik aanspraak heb. Ik kan mensen helpen en zij helpen mij,” vertelt Judith stralend. “Doordat ik hier kom, ben ik me echt stukken beter gaan voelen.”

Lekker bezig in de Cultuurschuur

Uiteindelijk heeft Judith in twee jaar heel wat sessies bij de psycholoog gevolgd. “Die hulp heb ik in het begin zeker nodig gehad, maar nu niet meer. Toen ik weer onder de mensen kwam, ging het echt beter. En ach, iedereen heeft wel iets, toch? Ik ga nu niet meer naar de psycholoog, maar ik blijf wel lekker in de Cultuurschuur bezig.”